Competitiereglement van schaakvereniging Attaqueer
Dit reglement bespreekt:
- de status van dit reglement
- de taken van de wedstrijdleider
- opzet, puntentelling en regels clubcompetitie
- opzet en regels bekercompetitie
- afspraken over afwezigheid, oneven opkomst, aanvangstijd en speeltempo
- afspraken rond bondswedstrijden
- alle overige bepalingen van schaakvereniging Attaqueer
1. Status
a. Waar in dit reglement de mannelijke persoonsaanduiding wordt gebruikt, worden ook (eventuele) vrouwelijke spelers bedoeld.
b. Het bestuurslid dat aangewezen is de interne competitie en de bekercompetitie te organiseren, wordt aangeduid met ‘wedstrijdleider’.
c. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur van de vereniging.
2. Taken van de wedstrijdleider
a. De wedstrijdleider beheert het reglement en is verantwoordelijk voor de naleving ervan. Ook past hij het aan als zich veranderingen voordoen of nieuwe afspraken worden gemaakt.
b. Het bestuur geeft aan het begin van het seizoen een wedstrijdkalender uit. Op deze kalender staan o.a. alle speelavonden en alle bondswedstrijden van dat seizoen. De wedstrijdleider is verantwoordelijk voor het opstellen van deze kalender.
c. De wedstrijdleider bepaalt – aan de hand van de ranglijst – wie tegen wie speelt en met welke kleur. Ook is hij verantwoordelijk voor het verwerken van de uitslagen en het bijhouden van het totaal klassement. Bij een oneven opkomst wijst hij degene aan die die avond een ‘by’ heeft.
d. De wedstrijdleider bewaakt de juiste gang van zaken tijdens de partijen, behalve bij een partij waar hij zelf een van de spelers is. In dat geval draagt hij het toezicht over aan een mede-bestuurslid.
3. Opzet en puntentelling clubcompetitie
a. Met ingang van seizoen 2010-2011 wordt de opzet van de clubcompetitie gewijzigd. Niet langer tellen alleen partijen in het traditionele speeltempo (anderhalf uur voor 36 zetten etc.) mee voor het clubkampioenschap, we spelen op vooraf vastgestelde avonden ook rapidpartijen (20 minuten per speler) en blitzpartijen (5 minuten per speler) waarmee punten kunnen worden verdiend. Deze avonden worden standaard op de laatste speelbare vrijdag van de maand ingepland. Dit betekent dat wanneer er op de laatste vrijdag een bondswedstrijd staat ingepland of op een feestdag valt, de rapid/snelschaakavond een week wordt vervroegd.
b. Uitgaande van 36 speelronden spelen we:
– 27 keer traditioneel
– 6 keer rapid
– 3 keer snel
c. De totaalranglijst wordt samengesteld uit de 3 onderliggende ranglijsten. Het gewicht van een onderliggende ranglijst is gerelateerd aan het aantal speelavonden in het desbetreffende speeltempo:
– traditioneel tempo = factor 9
– rapid = factor 2
– blitz = factor 1
d. Met meer of minder speelavonden per seizoen, of bij een gewijzigde verdeling, wordt de factor aangepast.
e. De drie ranglijsten waaruit de totaalranglijst is opgebouwd zijn alle gebaseerd op het Keizersysteem.
f. Iedere speler krijgt aan het begin van de clubcompetitie een waardecijfer dat is gebaseerd op de eindstand van de daaraan voorafgaande clubcompetitie. Nummer 1 krijgt ‘xx’ punten, nummer 2 krijgt ‘xx-1’ punten, enz. De hoogte van ‘xx’ wordt vastgesteld door de wedstrijdleider en staat in verhouding tot het aantal deelnemers aan de competitie.
g. Voor een gewonnen partij krijgt de winnaar het waardecijfer van de verliezer bij zijn puntentotaal opgeteld.
h. Voor een partij die in remise is geëindigd, wordt de helft van het waardecijfer van de tegenstander bij het puntentotaal opgeteld. .
i. Voor een verliespartij krijgt een speler geen punten.
j. Punten zijn te winnen door te stijgen op een van de ranglijsten. Punten worden verloren door te dalen op een van de ranglijsten.
k. Degene die uiteindelijk de meeste punten heeft verzameld is winnaar van de competitie.
l. Indien twee spelers met een gelijk aantal punten eindigen, spelen onderhavige spelers een of meer beslissingswedstrijden. Dit volgens door de wedstrijdleider vast te stellen rooster en richtlijnen.
4. Regels clubcompetitie.
a. Voor de partijen in het traditionele tempo hanteren we het FIDE-reglement (de jongste uitgave van ‘de regels van het schaakspel’).
b. Voor partijen in het rapidtempo gelden de regels van het Boerenkool-met-worsttoernooi (zet is definitief na het indrukken van de klok/koning kan geslagen worden).
c. Voor blitzpartijen gelden de bekende snelschaakregels zoals die al jaren op de laatste avond van het seizoen gelden (zet is definitief na het indrukken van de klok/koning kan geslagen worden).
d. Notatie van zetten blijft verplicht (zie FIDE-reglement).
5. Afwezigheid.
a. Bij afwezigheid op een clubavond hoeft een speler geen afbericht te doen.
b. Indien een speler niet aanwezig kan zijn in verband met representatieve verplichtingen voor de vereniging – dit ter beoordeling door de wedstrijdleider – krijgt hij tweederde deel van zijn waardecijfer bij zijn puntentotaal opgeteld. Representatief zijn in ieder geval het Bekertoernooi van de NSHB, het Westfries kampioenschap en vergaderingen van de NSHB en de KNSB waar onze aanwezigheid gewenst is.
c. Indien een speler afwezig is en hij kan geen beroep doen op regel 5b, krijgt hij een derde van zijn waardecijfer bij zijn puntentotaal opgeteld, met een maximum van vijf maal een derde.
d. Voor de rapid- en snelschaakavonden krijgt een speler bij de eerste keer afwezigheid een derde van zijn waardecijfer voor alle rondes die we die avond spelen. Dit is dus hooguit twee keer per seizoen: een keer voor een rapidavond én een keer voor een snelschaakavond.
e. Wanneer er een bezoeker (= niet- of aspirant-lid) op een competitieavond aanwezig is, kan een clublid tegen deze bezoeker worden ingedeeld. Het clublid krijgt hiervoor tweederde van zijn eigen waardecijfer bij zijn puntentotaal opgeteld.
f. De plaats op een ranglijst waarop een nieuw lid instroomt, is gebaseerd op diens afwezigheid in de al gespeelde rondes. In de praktijk betekent dit vijf keer een derde van het laagste waardecijfer voor de traditionele ranglijst en voor de rapid- en snelschaakranglijsten beide een keer een derde voor alle partijen op een avond.
7. Oneven opkomst.
a. De wedstrijdleider stelt aan het begin van de speelavond de partij-indeling vast. Ingedeeld worden alle spelers die om 20.30 aanwezig zijn en die spelers die met de wedstrijdleider hebben afgesproken dat zij later komen. Op rapid- en snelschaakavonden maakt het niet uit hoe laat een speler binnenkomt. Hij wordt te allen tijde de eerstvolgende ronde ingedeeld.
b. De wedstrijdleider streeft bij de indeling van de partijen naar een zo evenredig mogelijke verdeling van tegenstanders en speelkleur. Hij kan hierbij echter geen rekening houden met de bekercompetitie. De bekercompetitie kan er dus toe leiden dat twee spelers vaker, of zelfs vlak achter elkaar, meerdere malen tegen elkaar moeten spelen.
c. Bij een oneven opkomst sluit de wedstrijdleider voorafgaand aan de indeling een speler uit. De wedstrijdleider hanteert hierbij de volgende regels:
- c1. Allereerst deelt hij alle openstaande bekerpartijen die mogelijk zijn in.
- c2. Vervolgens peilt hij onder de resterende spelers of er iemand is die vrijwillig wil worden vrijgesteld.
- c3. Mocht zich meer dan één vrijwilliger aandienen, beslist de wedstrijdleider door loting wie wordt vrijgesteld.
- c4. Bij het ontbreken van een vrijwilliger laat de wedstrijdleider via indeling door de computer bepalen welke speler wordt uitgesloten voor deze speelronde.
- c5. De indeling door de computer is echter ook niet in alle gevallen bindend. Mocht het lot op een speler vallen die al eerder is vrijgesteld terwijl er spelers zijn indedeeld die nog geen vrijstelling te beurt is gevallen, zal de wedstrijdleider alsnog zelf iemand aanwijzen.
d. Indien een speler niet kan spelen omdat hij vrijvalt volgens regel 7c, zijnde een oneven opkomst, krijgt hij tweederde van zijn eigen waardecijfer bij zijn puntentotaal opgeteld.
8. Aanvang van de speelavond en speeltempo.
a. De partijen beginnen om 20.30 uur.
b. Is een speler ingedeeld en zijn tegenstander heeft geen afspraak gemaakt met de wedstrijdleider dat hij later komt, heeft de speler bij afwezigheid van deze tegenstander vanaf 20.31 het recht om zelf de klok in werking te zetten.
c. Elke speler krijgt voor de eerste 36 zetten anderhalf uur bedenktijd. Na 36 zetten wordt het speeltempo 20 zetten in 30 minuten. Deze regel is niet relevant voor de rapid- en snelschaakavonden.
d. Seniorenleden die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt spelen met een tijdsduur van een uur per persoon voor de eerste 36 zetten. Bij het vallen van de vlag wordt voor beide spelers de klok drie kwartier doorgedraaid. Hierna wordt geen tijd meer toegevoegd. Als daardoor de vlag na een kwartier opnieuw valt, kan door de tegenstander winst worden geclaimd.
9. Opzet en regels bekercompetitie.
a. We spelen een knock-out systeem vergelijkbaar aan de bekercompetitie bij het voetbal. Na elke ronde valt maximaal de helft van de deelnemers af.
b. Loting door de wedstrijdleider bepaalt per ronde wie tegen wie speelt en met welke kleur. De loting wordt verricht tijdens de ledenvergadering (eerste ronde) of op de clubavond voor aanvang van een nieuwe bekerronde.
c. De loting van elke ronde is opgenomen in de schaakkalender. Bij afwezigheid van de wedstrijdleider verschuift de loting naar de daaropvolgende speelavond.
d. Uitslagen tellen mee voor de interne clubcompetitie. De partijen dienen op een clubavond te worden gespeeld.
e. Alle resultaten moeten bekend zijn voordat de volgende bekerronde begint. Om hier zeker van te zijn, gelden de volgende subregels:
- e1. Bij afwezigheid verschuift de partij naar de daaropvolgende week.
- e2. Indien de wedstrijd niet gespeeld is voordat de volgende ronde begint, gaat de winst reglementair naar de speler met de minste afzeggingen. Deze winst-zonder-te-spelen telt niet mee voor de clubcompetitie. Bij een gelijk aantal afzeggingen wijst loting een winnaar aan.
f. De speelduur is gelijk aan de traditionele partijen in de clubcompetitie.
h. Eindigt de partij in remise, moeten snelschaakpartijen (eerst 10 min pp daarna 5 min pp) beslissing brengen. Hierbij worden de kleuren elke nieuwe partij omgekeerd. De partij dient, indien aanwezig en beschikbaar, gespeeld te worden met een digitale klok. De remise van de traditionele partij telt mee voor de clubcompetitie. Als het te laat is of een van de spelers geeft aan te vermoeid te zijn om nog te vluggeren, verschuift deze barrage naar de eerstvolgende clubavond waarop beide spelers aanwezig zijn.
g. Er is een beker beschikbaar voor de 1ste plaats.
10. Bondswedstrijden.
a. Voor aanvang van het seizoen wijst het bestuur een teamleider voor het bondsteam aan.
b. Het bondsteam bestaat uit de acht hoogst geeïndigde spelers in de (totaal-) ranglijst van het voorgaande seizoen. Zij plaatsen zich voor het hele seizoen.
c. Geeft een geplaatste speler te kennen dat hij afziet voor het bondsteam uit te komen of is hij incidenteel afwezig, heeft de teamleider de vrije hand om uit de resterende leden een vervanger te vragen.
d. Een bondswedstrijd – uit of thuis – die samenvalt met een clubavond, levert de aantredende bondsspeler tweederde van zijn waardecijfer op. Dit ongeacht het resultaat dat hij in zijn bondspartij bereikt.
e. De bondbeker wint de speler met het hoogste score-percentage in bondswedstrijden. Alleen spelers die meer dan vier bondspartijen hebben gespeeld, komen in aanmerking.
11. Overige bepalingen.
a. In geval van protest, geschillen of dikke bonje kan de wedstrijdleider dit – na alle partijen te hebben gehoord – neerleggen aan een daarvoor in te stellen commissie. Wanneer hij echter meent op aantoonbare gronden te kunnen beslissen, doet hij dat onverwijld.
b. Tijdens een partij dienen spelers, andere aanwezigen en wedstrijdleider (anders dan uit hoofde van zijn functie) zich te onthouden van opmerkingen en/of commentaar aangaande het spel en/of de klok. Pas nadat de klok is stilgezet, mag een partij worden besproken.
c. De wedstrijdleider is verplicht tot controle op tijdsoverschrijding.
d. Tijdens speelavonden geldt een rookverbod voor de gehele avond.