De eerste sneeuw, felle hagelbuien, winterse kou en gladheid. Wat zit je dan, bij een warm kacheltje, lekker achter het schaakbord. Nog net geen warme chocomel met slagroom erbij.
Deze avond doen we het zonder de barmannen. Maar omdat we oneven zijn vult Jos deze leemte met verve in.
Ik mag tegen Ronald. Daar heb ik geen goede herinneringen aan. De volgende keer liep alles van een leien dakje, maar op het eind stond ik toch met lege handen. En dan denk je “dat gebeurt me niet nog een keer …” Helaas. Ik speel als een dijker, zet Ronald van het begin af aan onder een enorme druk, gebruik twintig minuten tegen Ronald anderhalf uur, zie elke variant in een oogwenk, zowel voor wit als voor zwart, pen het ene stuk na het andere, heb het mooiste loperpaar van de hele wereld, krijg twee doorgebroken pionnen bijna op de zesde lijn en heb er een zeer goed gevoel over … Bijna half twaalf. Ik geef een brul naar Jos dat er nog wel een biertje bij mag, bied Ronald nog een sapje aan, en doe de beslissende zet … Alleen niet in mijn voordeel.
In al mijn afwegingen – het is de eerste zet waar ik nota bene langer over na denk – overzie ik dat ik een van mijn torens ongedekt laat staan. Weg partij. Weg glansrijke overwinning. Andersom wel een boeiende pot gespeeld en Ronald is altijd een prettige tegenstander. Dus evenzogoed een mooie partij!
Op de andere borden zo te zien geen verrassingen. Toch waren ook dat geen gemakkelijke overwinningen. Arien speelde een zeer bijzondere partij. In de opening offerde – of verloor? – hij drie pionnen. Hierdoor kreeg hij wel enorm veel ruimte en kon hij nog stevig op de winst spelen. Emil verbouwereerde echter niet en maakte geen fouten.
Wim speelde opnieuw een sterke partij. Dit keer moest Kees, terug van vakantie, alles uit de kast halen. Ook hier had de klok al half twaalf geslagen voordat Wim de koning omlegde.
En Carlo had vanavond meer moeite dan vorige week voor de bond. Hans bood behoorlijk tegenstand. Helaas was het niet genoeg. En met slechts een kwaliteit voor wist Carlo de overwinning binnen te halen.
Gerard Beerepoot